Bert (3de v.r.) en zijn hulptroepen.
Bert (3de v.r.) en zijn hulptroepen.

Vrijwilligers realiseren uniek Schoonmaakmuseum

Uitgaan en cultuur

BORNE - ‘Hoe vaak krijg je als burger nu de kans om mee te mogen helpen een museum in te richten’? Dat vroegen vorig jaar augustus verschillende lezers van deze krant zich af toen zij lazen dat Bert Oude Lansink vrijwilligers voor dat werk zocht. Hij heeft weliswaar een schoonmaakbedrijf waarmee hij de kost moet verdienen, maar zijn belangstelling reikt al jaren veel verder en dat heeft er in geresulteerd dat hij inmiddels – door een soort beroepsdeformatie gedreven – een enorme verzameling attributen heeft verzameld die op een of andere manier iets met schoonmaken te maken hebben. Stofzuigers, wringers, wasmachines maar ook schoonmaakproducten als VIM, ATA, Pril en zelfs een complete nostalgische winkelinrichting. Materiaal dat hij voor de inrichting van een schoonmaakmuseum wilde gebruiken. Maar de verzamelwoede was Bert boven het hoofd gegroeid. Hij had de ruimte, hij had de artikelen maar niet de tijd om er museaal mee aan de slag te gaan. ‘Verkopen’ leek nog de enige optie. Maar dat werd allemaal anders na de oproep in deze krant. Er bleken meerdere vrijwilligers te zijn die hem wel een handje wilden helpen. Er werd kennis gemaakt, een rondleiding gehouden, plannen besproken, een plattegrond van de zalen gemaakt en in oktober gingen Rita, Johanna, Timo, Fred, Annie, Mieke, Lilian en Philothea aan de slag. De ruimtes werden in gewenste staat gebracht en er werd geselecteerd en geïnventariseerd. Een deel van Bert’s verzameling verdween naar de voorraadzolder – in museumtaal ‘het depot’ – en er werd een soort verhaallijn opgezet. Iedereen binnen dit gemêleerde gezelschap heeft een eigen competentie. Zo ontfermt Mieke zich over de administratie. Elke week brengt zij verslag uit van wat er allemaal is gedaan en wat er gedaan moet worden. Alle elementen krijgen een nummer waaraan informatie wordt gekoppeld en Timo en Fred maken overal foto’s van en slaan dit op in de computer. Zij gaan ook een film maken over schoonmaken vroeger en nu. Daarin zal zeker een groene stofzuiger uit 1925 een rol spelen. Die kostte destijds fl. 115.=. Voor de aanschaf werd soms bij de bank een lening afgesloten. De klant kreeg dan een mini uitvoering van die stofzuiger als spaarpot mee.

door Peter van der Molen

De dames hebben zich vooral met het schilderwerk, de inrichting en aankleding bezig gehouden. Die vrouwenhanden zijn met name goed te zien in de sfeervolle ouderwetse huiskamer en keuken die zij hebben gerealiseerd.

Na een half jaar hebben Bert en zijn acht vrijwilligers een museum gerealiseerd dat gezien mag worden en vanaf eind april ook gezien kan worden. Rond die opening komt Schoonmakend Nederland , het overkoepelend orgaan van de schoonmaakbedrijven in Nederland, op bezoek daarmee het belang van dit museum onderstrepend.

‘Het is een heel breed uitgewerkt museum geworden. Zonder de hulp van deze fijne groep was ik gestopt’, laat Bert tijdens de gezellige gezamenlijke koffiepauze weten. ‘Er bestaat al een stofzuigermuseum en een wasmachinemuseum, maar hier hebben wij alles onder een dak en daarmee hopen wij Borne nog aantrekkelijker te maken voor de toeristen’.

Het museum richt zich niet alleen op het toerisme, maar wil ook plaatselijk een rol spelen. Zo wordt gedacht aan open dagen met demonstraties, schoolbezoeken en educatieprojecten. Vanuit het depot kan ook geregeld een wisselexpositie worden geboden.

‘Tja en dan gaan we een constructie bedenken waarmee dit allemaal voor Borne in de toekomst behouden kan blijven, want het moet niet aan mijn persoon opgehangen blijven. Samen met deze fantastische groep vrijwilligers hebben wij iets moois aan Borne geschonken en dat moet blijvend zijn’!

De stofzuiger uit 1925 met er bovenop de spaarpot.