Afbeelding

Pleidooi voor minder medicijngebruik door dorpsapothekers Kroese en de Vries van apotheek Stoop

Zakelijk

“Ziek zijn is een verdienmodel, de kosten van de gezondheidszorg blijven de pan uit rijzen. Er zou in dit land veel meer aan preventie gedaan moeten worden. Dat levert winst op voor alle partijen” 

 Dit is de mening van de apothekers Marjolein Smit (44) en haar collega Rik de Vries (35) van de apotheek Stoop in Borne. 

BORNE - Marjolein komt van oorsprong uit het kerkdorp Daarlerveen, studeerde na de middelbare school zes jaar in Groningen het vak farmacie en ging in 2005 aan de slag als openbare en beherend apotheker. “Na je studie kun je je specialiseren als ziekenhuisapotheker, je kunt de industrie ingaan of kiezen voor verdieping in de onderzoeksrichting. Ik heb meer met patiënten waarvan je op den duur de bijzonderheden en het gedrag van gaat leren en op die manier patiëntenzorg te verlenen. Tevens ben ik eindverantwoordelijk voor deze apotheek.”

Ook Rik komt uit een dorp, zij het van een groter formaat, Den Haag. Rik volgde dezelfde studie en is eveneens openbaar apotheker. “Ik heb net als Marjolein bewust gekozen voor een kleinschaliger gebeuren. We zijn beiden overigens geen eigenaar maar in feite in loondienst bij Erik Mijnhardt, welke voorheen eigenaar was van meerdere apotheken. We hebben ook niet per se de ambitie om dit bedrijf over te nemen. Wij halen onze motivatie om met ons vak bezig te zijn. We hebben hier een goede taakverdeling en met ons fantastische team assistenten en medewerkers. Samen hebben we veel oog voor de patiënt.”

Heel flauw, maar jullie zijn toch gewoon doosjeschuivers?

“Dat beeld behoeft toch zeker veel nuancering. Een huisarts constateert een ziekte, schrijft een recept voor, dat komt hier veelal digitaal binnen waarna het medicijn wordt klaargezet voor afgifte, of bezorging. In zoverre klopt die stelling. Maar vergeet niet dat het protocol voorschrijft dat ieder recept en afgifte door ons als apotheker wordt gecontroleerd. Bij herhaalrecepten kun je wat sneller doorscrollen en onze systemen zijn zo ingericht dat ze ook een pop-up geven wanneer er een logica ontbreekt of iets niet in de haak is. Maar omdat we hier net als onze assistenten al langer meelopen, halen we er toch soms verkeerde doseringen uit of zien we een combinatie met bestaande medicijnen niet zitten en overleggen dan met de huisarts.

“Dat vertrouwen onderling is heel belangrijk”

De verhouding met de plaatselijke huisartsen zijn goed. Ze kennen ons en omgekeerd. Dan kan een huisarts ook makkelijk zeggen – dit kind heeft dát medicijn nodig en dát is zijn gewicht. Regel het maar wat de exacte dosering moet worden. Dat vertrouwen onderling is heel belangrijk. Dat kan natuurlijk ook makkelijker in een dorpse omgeving. Het is achter de IJssel naar onze mening wat toch beter toeven dan in het westen van ons land. Er is onderling tussen de apothekers hier ook minder harde concurrentie. We spreken elkaar regelmatig binnen de Twentse Apothekers Organisatie. Maar de hele gezondheidszorg is natuurlijk wel een verdienmodel. Maar we proberen wel de menselijke maat na te streven.”

Huisartsen klagen in z’n algemeenheid over minder tijd voor de patiënt door teveel bureaucratie. Hoe is dat hier?

“Wij lopen gelukkig nog niet over, maar zien wel een sterke personeelskrapte. Bovendien gaat er heel veel tijd verloren in de zoektocht naar medicijnen. Je kunt je het anno 2024 niet voorstellen maar we moeten regelmatig ‘nee’ verkopen voor het medicijn dat men gewend is. Bij veel medicijnen in combinatie met een individuele patiënt gaat dat wel goed, omdat er vaak wel alternatieven zijn. Maar mensen met Parkinson of kinderen met ADHD die een bepaald type medicijn gewend zijn, luistert de juiste medicatie heel nauw. Dan krijgen we overbezorgde moeders aan de balie die we natuurlijk wel uitleggen waar het probleem zit en dat je volop bezig bent om een acceptabel alternatief te vinden. Ik zal het je uitleggen. 

“Dat soort gepuzzel doe ik vooral”

Eén van onze cliënten met ADHD gebruikt 36 mg en er was op dat moment alleen maar 27 en 54 mg beschikbaar. Een dubbel portie van te veel zijn met de kans op depressiviteit. Dan moet je toch een keuze maken die eigenlijk niet ideaal is. In overleg met de huisarts en de moeder maak je er dan bijvoorbeeld 1,5 tabletje van, dat is dan een redelijk alternatief. Dat soort gepuzzel doe ik vooral. Je komt dan inderdaad weer aardig in de richting pilletjes van maken zoals ons vak ooit begonnen is. En op die manier onze kennis inzetten voor de patiënt is heel mooi, maar wel triest dat we dit in Nederland zo voor elkaar hebben. Het ontregelt de patiënt vaak enorm. Een deel zit misschien tussen de oren, maar je moet wél rekening houden met de psyche van de patiënt. En dan kan het zelfs gaan over de kleur van de tablet, groen of blauw.”

Teveel medicijnengebruik ?

Marjolein resoluut ‘ja’ Rik even aarzelend maar ook ‘ja’. “We denken van wel. Vooral bij de hart- en vaatziekten en diabetespatiënten. “Heel vaak kun je met het bespreekbaar maken van het medicijngebruik al een slag slaan. Maar je moet die mensen dan wel proactief benaderen. Ik heb ook de opleiding leefstijlapotheker gedaan. Een leefstijlapotheker is gericht op de juiste dosis gezondheid. Dus naast aandacht voor medicijngebruik ook aandacht voor gezonde leefstijl en leefomgeving. Zowel bij hart- en vaatziekten als ook diabetespatiënten zou je met een gezonde levensstijl veel winst kunnen boeken.”

Medicijnbeoordelingsgesprekken

 Rik: Ik voer hier ook medicijnbeoordelingsgesprekken. We nodigen de mensen uit voor een gesprek over de medicatie met als uiteindelijke het doel vermindering van het medicijngebruik. Zoiets doen we natuurlijk wel in samenspraak met de reguliere huisartsen. En we spreken samen met de gemeente over bijvoorbeeld eenzaamheid. En omdat we onze klanten kennen, heb je ook een soort sociale functie. Er zijn eenzame mensen die hier iedere dag even komen buurten. We hebben dan snel in de gaten dat het niet goed gaat met iemand. Dan geef je de huisarts een seintje, waarbij je probeert gezond verstand te gebruiken in verband met de AVG-wetgeving.”

Eén dag minister van volksgezondheid. Wat gaat er als het aan jullie ligt het eerste op de schop? 

Het antwoord laat even op zich wachten. “Wij pleiten voor de one-stop aanpak. Diabetespatiënten krijgen de insuline hier, maar kunnen niet altijd de hulpmiddelen, die daarbij horen, hier halen. Alleen maar omdat de zorgverzekeraar geen contract met de lokale apotheek afsluit. Hoeveel incontinentiemateriaal, testmateriaal, en wondzorgmiddelen er niet verspild worden, wil je niet weten. Dus wat ons betreft de hulpmiddelen terug in de lokale apotheek en schaf het preferentie of voorkeursbeleid af. Wat dát levert hun de meeste winst op. Maar daardoor ontstaat er wél schaarste aan medicijnen omdat het voor de iets duurdere aanbieder niet meer lonend is, dat duurdere medicijn in Nederland op de markt te brengen.” 

Tekst en foto’s Gerard Voortman 

Afbeelding
Afbeelding