Afbeelding

Bornse dorpskerk predikant Johan Meijer’s jeugdroeping

Algemeen

Rooms Katholiek en protestants Borne vertegenwoordigen veruit het grootste deel van de leden van 

Gelovig Borne. Dat is al jaren het geval. Beide kerken hebben te kampen met een dalend aantal kerk bezoekende leden. Beiden zetten volop in op verjonging binnen de kerk. Beiden pleiten voor samenwerking, zij het dat er tempoverschillen merkbaar zijn. “Via het plaatselijke pastoresconvent spreken we elkaar regelmatig. De verstandhouding onderling is goed.” Dit zegt PKN-predikant Johan Meijer (50). In gesprek over zijn roeping, over zijn geloof en het hellende vlak.

BORNE - Een statige romaanse oude kerk met een knoert van een bakstenen toren. En een geheel in de stijl van oud Borne, opgetrokken verenigingsgebouw. Dan missen we nog een bijpassende pastorie. Johan Meijer; “En die heeft het kerkbestuur op een gegeven moment verkocht. De visie daarbij was dat de mensen vóór stenen gaan. Ik woon nu prima aan de Grotestraat 206. Een gebouw dat ik zélf huur van de RK-kerk van Borne. Ja, we zitten hier in een ingewijd gebouw. Het was van oorsprong het schoolmeestershuis van de vroeger achter dit huis gelegen Jacobusschool. Het huis hiernaast, nummer 208, is óók van de plaatselijke parochie en wordt op dit moment gebruikt voor de opvang van Oekraïners. Mocht je hem hier tegenkomen, dan zie je mijn huisgenoot, een prachtig rode kater”.

Kerkelijke kaart van Borne 

De kerkelijke kaart van Borne is vrij divers. “Naast de RK kerk en de PKN-kerk is hier nog een soort afsplitsing van de RK Kerk, de Theresiagemeenschap die ook link heeft met de Zwanenhofvieringen en het Twents Lutherse Koor. Verder is hier nog een Doopsgezinde kerk, een Babtistengemeenschap, een afdeling van de Zevendedagsadventisten, een Christusbelijdende joodse gemeenschap én een Armeense Pinkstergemeente. De laatste is een vrij unieke gemeenschap, er zijn er twee van in ons land met één voorganger. Verder zijn ernaar zeggen een aantal huisgemeentes actief. Kortom, een zeer gemêleerd gezelschap binnen de kerkelijke kaart hier ter plaatse”.

“Mijn ouders behoorden tot de zogenaamde kleyne luyden”

Johan Meijer is geboren en getogen in het Drentse Roden. “Dat is Drenthe, maar ik voel me een Grunninger. Heb ook meer met het Groningse dialect. Komt bij dat ik deel van mijn studententijd daar heb doorgemaakt. Als je de kaart van Drenthe pakt, zie je een zittende vrouw, compleet met hoed, je ziet haar hoofd, haar lichaam en haar achterwerk dat Overijssel en het oog zit op de hoogte van Roden. Thuis waren we gereformeerd. Mijn ouders behoorden tot de zogenaamde ‘kleyne luyden’ zoals de gereformeerde staatsman Abraham Kuyper het afbakende. Moeder kwam van de boerderij, vader kwam uit een arbeidersgezin. Wij kerkten in de gereformeerde kerk in Roden. De afscheiding van 1834 (afsplitsing van de in de ogen van veel gereformeerde ‘lichtere’ prediking binnen de Nederlands Hervormde Kerk) ging Roden grotendeels voorbij. Het lag in Roden allemaal niet zo scherp, hoewel mijn ouders wel wat aan de strengere kant zaten. Zij waren bijvoorbeeld van mening dat kinderen geen deel mochten nemen aan de avondmaalsviering. Dat waren de dingen die mij als ik achteromkijk, herinner.”

Wanneer dacht je ‘ik wil dominee worden’? 

“Ik was eigenlijk altijd al wel geïnteresseerd in het fenomeen kerk. Ik vond het allemaal heel fascinerend. De kerk, het gebouw, de architectuur zelfs, het liturgisch centrum en natuurlijk de dienst.

Ik was er altijd al mee bezig. Op de lagere school vertelde ik klas vijf dat ik dominee wilde worden. De toenmalige juf pakte het goed op en zei- nou, dan gaan we een kerkdienstje spelen. Als preekjas gebruikte ik een lange regenjas van pa en de kaarsen maakten we van papier. Ik ging écht voor, nam mijn opa in het verzorgingstehuis en mijn oom die ziek was, mee in het gebed en voor de collecte gebruikten we plastic geld. Ik was altijd al wel een serieus en spiritueel jongetje. Ik kende de tien geboden uit mijn hoofd.”

Mystieke ervaring 

Op de middelbare school ebde het dominee willen worden wat weg, maar kwam op de HEAO sterk terug. Heel eerlijk gezegd vond ik daar de economische vakken veel minder interessant dan sociologie en psychologie. Op mijn studeerkamer thuis onderzocht ik of ik met een HEAO- diploma terecht kon aan de Gereformeerde Universiteit in Kampen. Dat kon. Daarna ben ik de trap af naar beneden gegaan en mijn moeder ingelicht over mijn keuze. Ik ging beseffen dat dit studeren betekende inclusief de talen Latijns, Grieks én Duits. Zo’n beetje tegelijkertijd kreeg ik een heel duidelijke mystieke ervaring, een duidelijke roeping dat ik predikant moest worden. Ik kan dat eerlijk gezegd heel moeilijk omschrijven wat ik toen ervaarde. Na drie jaar ‘Kampen’ heb ik nog zes jaar in Groningen gestudeerd.”

Johan Meijers eerste gemeente was in het Hooglandse Sauwerd, een eindje boven de stad Groningen. “Een kleine gemeenschap in de provincie Groningen. Een paar jaar later heb ik gesolliciteerd op de predikantsplek hier in Borne. Maar er was mogelijkerwijs wel een probleem. Ik ben homo en was toen ook nog eens getrouwd. Inmiddels niet meer, maar ik was bang dat ik niet mee kon doen. Dat bleek een verkeerde inschatting. Ze accepteerden me volledig. Je hebt dan altijd mensen die dan zeggen -kijk daar in Borne is het een hellend vlak en die dan liever een hetero predikant willen met vrouw en kinderen.”

Je staat hier nu zestien jaar. Tijd voor wat anders?

“Het gaat goed in Borne. Het heeft voordelen dat je al langer rondloopt in zo’n gemeenschap. Je weet hoe de hazen lopen. Ik ben secretaris van Het Pastoresconvent en ik hoor dat ik goed lig bij onze kerkelijke gemeente. Ik hoor vaak dat men zegt – je gaat toch hier niet weg? Ik ben blijkbaar een verbinder en sterk empathisch. Ze noemen me ook wel een bruggenbouwer. ”

Wat is het belangrijkste in je geloof?

“Mijn visie is dat de mens een kind van God mag zijn. Voor iedereen van ons is er plaats aan de

tafel. Daarachter zie ik het Godsbeeld van een liefdevolle Schepper. De God die als Mens centraal staat. Zeker in de periode naar Pasen toe, de dagen vooraf en daarna”.

Gaat het ook goed met het kerkbezoek? 

“Dat is een ander verhaal. We hebben hadden toen ik zestien jaar geleden hier kwam zo’n 1900 leden. Het ledenaantal zit nu op ongeveer op 1350. Gisteren hadden we hier in de Oude Kerk 85 kerkgangers. In het Dijkhuis komen zo’n 30 kerkgangers. Vergeet niet dat de demografie ons niet in de kaart speelt. Gemiddeld sterven er 25 leden per jaar. In die zestien jaar is dat een kleine 400 man. Die aanwas van kleine kinderen maakt dat in aantallen niet goed. We proberen nu toch met een jeugdwerker de gezinnen weer te stimuleren om op zondag een dienst te bezoeken.”

Een mooie kerk, mooie bijgebouwen, een vaste predikant. Hoe betalen jullie dat?

“We zijn gelukkig geen armlastige kerkelijke gemeente. De Burgerlijke gemeente is doorgaans redelijk welgesteld. Vroeger had deze kerk een groot belang in de agrarische grond waar nu de wijk Stroomesch is verrezen. Dat gaf de burgerlijker gemeente een financiële impuls.”

Collega Pastoor Jurgen Jansen omarmt de oecumene 2.0. Mee eens?

Johan Meijer extra bedachtzaam. “Laat ik vooropstellen dat iedere vorm van samenwerken zoals we dat nu al doen, fijn is. Tijdens de jaarlijkse Melbuul’ndagen doe ik samen met Jurgen Jansen een dienst. Maar de eucharistie zoals in de RK-kerk gevierd wordt en dáár het hoogtepunt is van de dienst, gaat me te ver. Ik ga wel eens naar een RK-dienst, ga dan ook naar voren en op advies van de koster kruis ik dan mijn armen. Ik krijg dan wel de zegen en een kruisje, maar geen Hostie. Dat ik daar af en toe kom, waardeert men. Wij als Protestanten zien niet dat het stukje brood echt het lichaam van Christus wordt, bij ons gaat overgebleven brood mee voor de schapen. Wij hebben in eerste instantie genoeg aan ons zelf. De oecumene 1.0 is zelfs nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Maar ik sluit een verdere samenwerking ook niet uit,” Zegt de Bornse bruggenbouwer.

Tekst en foto’s: Gerard Voortman